Copyright 2023 - Henk van den Beukel

Verhalen

Op deze pagina persoonlijke verhalen, die de geschiedenis van individuele mensen dichter bij brengen.

Wat dat betreft moest ik denken aan wat Marjan Schwegman, scheidend directeur van het NIOD, in een interview in de Volkskrant (13.2.2016) opmerkt:

Hoe kom je zeventig jaar na het einde van de oorlog nog aan nieuwe informatie?
'Merkwaardig genoeg komt er nu een golf nieuw materiaal van zolders en uit kelders. Kinderen en kleinkinderen komen het tegen in de huizen van ouders en grootouders en zijn zich ervan bewust dat het waarde heeft. We krijgen ook steeds meer dagboeken en ander materiaal dat meer inzicht biedt in het onderduiken.'


Voor Marian,

Het onderzoek naar jouw voorouders en dan met name van je grootvader Jakob Valk was een leerzaam en boeiend onderzoek, omdat wij geconfronteerd werden met het reïntegratieproces van de Joden in Nederland. Uit het boek De Joodse Gemeente van Veendam-Wildervank, Muntendam en Meeden hebben we veel onderlinge relaties kunnen vastleggen. Met aanvullend onderzoek bleken in totaal 2938 personen uit die regio een onderlinge band te hebben. In dit boekje tref je een lijst aan van alle huwelijken die deze families hebben gesloten. In totaal gaat het om 1001 relaties.

Van de hand van Dirk Veenhuizen het indrukwekkende verhaal over de kinderen Max, Salla, Lotte en Josef Aussenberg afkomstig uit Keulen.

Hier het door Wity Weidgraaf aangeleverde parenteel van Benjamin Behr met nazaten in Groningen, Drenthe, Friesland en de rest van Nederland (o.a. Amsterdam, Rotterdam en Den Haag) en in Paramaribo.

In de oorlog was Vroukje Dwinger bij ons thuis in Duivendrecht ondergedoken. Zij was aanvankelijk getrouwd met Daniël Zaligman en na diens overlijden hertrouwd met zijn broer Salomon Zaligman, beiden uit Dwingeloo. Mijn ouders kenden hen via zijn werk op het abattoir in Amsterdam. Als kleine kinderen verbasterden wij haar naam Cornelia Buning op haar vervalste persoonsbewijs tot Tante Buny, zoals zij ook na de oorlog bij ons altijd bleef heten. Op onze eigen familie website heb ik haar verhaal opgenomen.
Henk van den Beukel

Bij de voorbeidingen voor dit project, waaruit het Totaaloverzicht "Sjoa Drenthe, Joodse oorlogsslachtoffers in de provincie Drenthe" resulteerde, heeft Jan Ridderbos ook een aantal deelgenealogieën samengesteld van 8 Drentse Joodse families verspreid over verschillende plaatsen.
Dat zijn de volgende families:

 
Geert Nienhuis heeft een indringend verhaal geschreven over zijn herinneringen aan de Joodse bewoners van de verschillende huizen in de Alteveerstraat in Assen en hoe het hen vergaan is in de eerste jaren van de oorlog. Daaraan kon kleindochter Jenny nog een correctie toevoegen met een foto van haar grootmoeder.

Er is in het gemeente archief van Beilen een lijst met 30 namen van Joodse mensen, die bij de razzia in de nacht van 2 op 3 oktober 1942 werden opgepakt en afgevoerd, inclusief 12 personen, die werden verpleegd in Stichting Beileroord. Er is ook nog een lijst van 9 juli 1942, waarop 4 Joden van Beileroord staan, die moeten worden opgepakt. Het is onduidelijk in hoeverre dat ook is gebeurd. Van al deze personen heeft niemand, behalve Carl Polak uit dit verhaal, de oorlog overleefd.
Foppe Kooistra heeft zich in deze geschiedenis verdiept. Hij weet, dat er mensen zijn, die Carl na de oorlog in Beilen hebben zien lopen. Maar hij is benieuwd of er ook mensen zijn die hem meer kunnen vertellen over Carl Polak, bij wie en waar hij heeft gewoond tijdens en na de oorlog en meer om zijn verhaal te kunnen completeren.

Al werkende aan de persoonsgegevens treffen deze gegevens je soms bijzonder.
Zo ook toen Winnie de onderstaande gegevens in het personenbestand invoerde en ons daarvan deelgenoot maakte:

"Ik voeg net de gegevens toe van Jozef van der Horst, (Hoogeveen, 3 november 1882-Auschwitz, 7 september 1942.)
Opvallende gegevens.
Jozef was getrouwd met Roosje de Vries. Roosje is op 22 mei 1942 overleden te Amsterdam. Jozef komt op enig moment in Kamp Westerbork terecht. (al voor het overlijden van Roosje?)
Op 3 september 1942 trouwt hij daar met Margaretha Bartels, weduwe van Jozeph Slier. Een verstandshuwelijk? Proberen ze zo aan deportatie te ontkomen? Een grote liefde? Proberen ze zo samen de reis naar het oosten te maken?
4 dagen na de huwelijkssluiting worden Jozef en Margaretha in Auschwitz omgebracht."

Grafsteen Jitta Jacoba NiewiedIn haar boekje “De arme dood, Begraafplaats Veenhuizen ~ een rondleiding” beschreef Anja Schuring bijzondere verhalen bij een aantal grafstenen. Zij kwam echter niet toe aan de enige grafsteen op de afzijdig gelegen en niet meer in gebruik zijnde Joodse begraafplaats.

Die grafsteen is van Jetta Jacoba Bargebuhr (1809-1862), de vrouw van Izaak Nathan Nieuwied, onderwijzer, koster, ritueel slachter en voorganger van de synagoge in Veenhuizen. Zij overleed op 23 september 1862 te Veenhuizen.

De vertaalde Hebreeuwse tekst op de steen luidt:
"Hier is het graf van een gewaardeerde vrouw, een flinke vrouw, echtgenote van Ieziek Niewied, begraven met veel eer op de 2e dag Rosj Hasjanna (Nieuwjaar) 5623. Moge haar ziel gebundeld worden in de bundel des levens."

Die intrigerende steen vormde de aanleiding voor dit verhaal om wat meer van haar achtergrond uit te zoeken en ook waarom haar man niet ook daar is begraven.

Bij het zoeken naar die achtergrond werd ik echter meegezogen in de geschiedenis van de Joden in Ostfriesland (dat in de Franse tijd zelfs nog even bij Nederland hoorde) voor en tijdens de oorlog, waardoor nu de volgende lijnen opdoemden:
1.    De familie van Jetta Jacoba Bargebuhr
2.    De Joodse gemeente en begraafplaats in Veenhuizen
3.    De Joodse geschiedenis van Ostfriesland, incl het Waddeneiland Norderney
4.    De plaatsen Norden van Jitta’s familie en Bargebuhr als herkomst van haar familienaam (en ook van de NLse familienaam Bargeboer)

Op de website van 'Collectief geheugen van Gieten' staan veel herinneringen, zo ook een persoonlijke notitie van Dick Scholing genaamd "De laatste groeten"…

Bij mijn buren hangt in de hal van hun woning een lijstje met daarin een geschreven brief. Vaak liep ik daar achteloos aan voorbij. Tot ik van Henk & Roelie Zwiers het verhaal kreeg te horen achter deze brief, gericht aan de ouders van Roelie. Afkomstig van een Joodse familie uit Gieterveen, geschreven op de dag voordat ze vanuit Westerbork op transport werden gezet naar Auschwitz.

De brief is kort, maar bevat een zeer dramatische zinsnede: ‘...de beste en laatste groeten...’

Het gehele verhaal (incl de moeilijk leesbare tekst) is te lezen op http://www.geheugenvangieten.nl/persnot_scholing_2.html   

Laatste groet Gieten1    LaatsteGroetGieten2 
In Gees hebben al vroeg joodse families gewoond. Voor de Tweede Wereldoorlog zijn ze allemaal uit het dorp vertrokken, maar de tekenen van hun verblijf zijn er nog: het Jeudenhoessie, het Joodse begraafplaatsje en de verhalen. Dit verhaal van Kees van Dijk, lid van de werkgroep rijksmonumenten van de Historische Vereniging Klenckerheugte, Oosterhesselen, Gees en Zwinderen, gaat over de geschiedenis van deze families.

Mozes Simons, ‘jeude’ en koopman, was de eerste Simons die, door in te trouwen, in 1864 in Gees kwam te wonen.
Mozes, al snel bekend als jeuden Simons en in het dorp ook wel Moos de jeude genoemd, kwam oorspronkelijk uit Twente, waar hij in 1833 te Ootmarsum werd geboren.
Op één van zijn reizen kwam hij in Gees terecht bij de joodse familie Soosman, die daar in het 'jeudenhoessien' woonde aan de Oude Steeg.

Dit verhaal uit het blad 'Klenckerheugte' over de familie Simons uit Gees is van de hand van Jan Pier Cleveringa. Hij schreef ook het boekje "Soosman en Simons, de geschiedenis van twee joodse families in Gees", dat nog steeds verkrijgbaar is in het TIP kantoor in Gees.

Tijdens de Tweede Wereld oorlog woonden er in Dalen 5 Joodse gezinnen, die goed ingeburgerd waren in de Dalense gemeenschap.
Dat waren het gezin van Hartog Zilverberg, 3 gezinnen Bierman en het gezin Ten Brink.
Van al deze mensen heeft Suze Zilverberg als enige op wonderbaarlijke manier de oorlog overleefd. Dan is zij moederziel alleen, want niet alleen haar beide ouders, broer en zus, maar ook van al haar 25 ooms, tantes, neven en nichten blijkt niemand meer in leven.
Uit Nieuwsbrief 54 van juli 2015 van de Stichting Aold Daol'n konden wij bijgaand verhaal over haar leven plaatsen.

Op de site van de Joodse Begraafplaats Assen hebben wij overigens een video met een interview staan met Suzanne Bolt-Zilverberg.
Suzanne overleed op 15 februari 2017 op 93-jarige leeftijd, waar bijgaand artikel in De Verdieping in Trouw van 27 maart 2017 aandacht besteedde.


Een artikel van Jan Brinks


Toen de joodse koopman in manufacturen, David Meijer van der Vegt (*1793 Sleen), in 1847 stierf was dit de aanleiding tot een reeks ingrijpende gebeurtenissen in de familie Bierman, die in 1942 abrupt eindigde door een razzia van de Duitse bezetter.


Inleiding
Op 10 juli 1942 wordt een groep van ongeveer 850 joodse mannen – in de leeftijdscategorie van 18 tot 65 jaar - uit de stad en provincie Groningen weggevoerd naar werkkampen in Overijssel en Drenthe. Liefst 120 van hen worden ondergebracht in kamp De Fledders in de gemeente Norg. Voor de Duitsers zijn het echter geen werkkampen, maar wachtkamers voor verder transport naar de vernietigingskampen.

Mimi en BarendHet Fries Film Archief is in bezit gekomen van unieke beelden van Joods Leeuwarden uit 1939. Enkele weken geleden werd het filmarchief verrast door een bezoek van de familie Boers uit Amsterdam / Israël.
Yvette en André Boers brachten een dvd met beelden van de trouwfilm van hun ouders uit 1939. De film toont een indringend beeld van Joods leven in Leeuwarden vlak voor de Tweede Wereldoorlog en bevat bijzondere beelden van de Joodse huwelijksliturgie in de Leeuwarder synagoge, met opperrabbijn A.S. Levisson in functie.


Barend Boers en Mimi Dwinger trouwen op 18 april 1939 in Leeuwarden. Drie jaar later vluchten ze vanuit Amsterdam via Lyon, de Pyreneeën en Spanje naar Engeland. Ze worden overgebracht naar een Joods vluchtelingenkamp op Jamaica. Het is een barre en levensgevaarlijke vlucht uit Europa, met gevangenschappen in Frankrijk en Spanje.

In mei 1940 voltrok zich de grootste golf zelfmoorden uit de Nederlandse geschiedenis van mensen, die geen andere uitweg meer zagen na de inval van de Duitsers. 
BriefJacobSackDat geldt ook het aangrijpende verhaal van Nardus Cohen en Flora Zeehandelaar, dat werd uitgezocht door Freda Cohen Rapoport.
Op 17 mei besloten zij gezamenlijk, klaarblijkelijk de dreiging voelend die joden te wachten staat, zichzelf te doden. Ze werden begraven op de joodse begraafplaats in Muiderberg, voorzien van een gezamenlijke steen. Daarop staat eufemistisch: “Overleden bevonden 17 mei 1940”. Nardus is 61 jaar geworden, Flora 55.
Zij waren niet de enigen die de nazi’s vreesden, in Nederland niet, en binnen de familie niet.
Een dag eerder, op 16 mei, benamen in Wassenaar Emma Zeehandelaar (
een tante van Flora), haar twee zonen, haar moeder en haar aanstaande man tevens zwager, zich het leven. Wat zij daar als bewoners van Eindhoven deden, kan worden uitgelegd dankzij een hartverscheurende afscheidsbrief die één van hen schreef, Jacob Sack.


RauterEnPolitie
Op het portal WO2 over de Tweede Wereldoorlog met lesmateriaal, bronnen, digitale tentoonstellingen en activiteiten in het land staat een bijzonder artikel over de moraliteit van politie agenten, marechaussees en militairen.

De titel "Dansen op een slap koord" geeft al aan, dat de militair historicus Christ Klap op een genuanceerdere manier probeert te kijken naar de moeilijke situaties waarin deze beroepsgroepen soms makkelijk als 'fout' worden veroordeeld, of het nu om Westerbork gaat, de Tweede Wereldoorlog in het algemeen, Srebrenica of andere situaties waarin het op persoonlijk stelling nemen aankomt.


Den Haag, 21 november 1942. Na oprichting van de Kameraadschapsbond der Nederlandsche Politie neemt bondsleider Majoor de Boer de gelukwensen van SS-Gruppenführer und Polizeileiter Hanns Albin Rauter in ontvangst. Uiterst links staat secretaris-generaal van het departement van Justitie, prof. dr. J.J. Schrieke.
Foto: Nationaal Archief/Collectie Spaarnestad/J. Borrius



in de Mei-oorlog strijdend voor het vaderland,
in 1944 omgekomen in het concentratiekamp Schwarzheide

Dankzij het speurwerk van Klaas Timmer te Gieten 1) weten we nu, dat de Joodse Assenaar in de Mei-oorlog van 1940 meestreed voor de vrijheid van ons vaderland. Jacob (Jaap) werd geboren op 6 maart 1919 te Assen. Hij was de oudste zoon van David Magnus en Henriette Heilbronn, en woonde bij zijn ouders aan de Rolderstraat 54. Van beroep was hij, net als zijn vader, paardenslager. Evenals zijn broer Heiman was hij lid van de Asser voetbalvereniging Achilles 1894. Hij diende als soldaat bij het legeronderdeel 2-1 GB. Reeds op de eerste dag van de Mei-oorlog werd hij gevangen genomen bij Holsloot in Drenthe. Klaas Timmer schrijft:

chanoekia klnVlak voor Sinterklaas avond kreeg ik een mailtje van iemand, die niet wist of ze met haar verhaal bij ons terecht kon, omdat dat wat lastig in een mail was over te brengen en met telefoonnummer en de vraag of ik even wilde bellen:

“Goedemiddag,

Weet eerlijk gezegd niet of ik naar u toe moet mailen maar zou graag iets willen vertellen.

Misschien dat iemand contact met mij op kan nemen?? Ik heb een chanoekia helaas ontbreken 2 onderdelen.
Het is van koper best wel groot en zwaar..

Het verhaal hier omtrent zou ik graag per telefoon willen vertellen”

Hierna volgt het aandoenlijke verhaal.

Schroom dus niet om contact met ons op te nemen via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. wanneer hierover aanknopingspunten in uw herinnering boven komen.



Zoekt u online naar namen

Er staan 13 miljoen documenten in! U kunt op onze website namen van slachtoffers van het Nationaal Socialisme opzoeken. Maar let wel: dat is geen volledige speurtocht, want lang nog niet alle documenten zijn toegankelijk in het online doorzoekbare Arolsen Archief.

UNESCO Wereld-Documentenerfgoed
In Bad Arolsen in Hessen bevindt zich ’s werelds grootste Archief van de slachtoffers en overlevenden van het Nationaalsocialistische regime: UNESCO Wereld-Documentenerfgoed, dat nog steeds weinig bekend is. Onze Tijdlijn naar de Geschiedenis biedt interessante informatie.

#StolenMemory
Persoonlijke dingen van Concentratiekamp gevangenen: Vanaf 2016 is er de Campagne #StolenMemory. Met steun van vrijwilligers zoeken we naar nabestaanden van de slachtoffers Nationaalsocialisme. Want die dingen worden bij ons alleen bewaard, zij horen niet in het archief.

Arolse Archieven
International Center on Nazi Persecution
Große Allee 5-9
34454 Bad Arolsen
Deutschland

T +49 5691 629-0   F +49 5691 629-501

https://arolsen-archives.org/

Floriane Azoulay, directeur van het kort na het einde van de oorlog als International Tracing Service (ITS) opgerichte Instituut. De Mensenrechtenexpert uit Frankrijk werd in 2016 bij de Internationale Tentoonstelling van het Arolsen Archief (IA) tot directeur van het instituut benoemd. Steffen Baumheier is vanaf 2017 plaatsvervangend directeur.

De Internationale Tentoonstelling
Regeringsvertegenwoordigers van de elf lidstaten geven vorm aan de Internationale Ausstellung (IA), die het werk van het Arolsen Archief in de geest van de destijds vervolgden bestuurt. Het IA stelt sinds de overeenkomst van Bonn van 1955 het kader vast voor het werk van het instituut. Ieder jaar benoemt een andere lidstaat de voorzitter – momenteel de Engelse Lord Eric Pickles.

De IA bestaat uit de regeringsvertegenwoordigers van de volgende landen:
  •        België
  •        Frankrijk
  •        Bondsrepubliek Duitsland
  •        Griekenland
  •        Israël
  •        Italië
  •        Luxemburg
  •        Nederland
  •        Polen
  •        Verenigd Koninkrijk
  •        Verenigde Staten van Amerika

Overzicht kampen De organisatie is een vooraanstaand internationaal centrum over de Nazi Vervolging for professionals, familieleden en geïnteresseerde groepen in het onderwerp omdat de door de UNESCO-beschermde archieven een unieke bron van kennis voor onze huidige samenleving zijn.
                    Position Statement, Internationale Tentoonstelling 2017


Nie wieder#StolenMemory: een Campagne en Tentoonstelling

Horloges en sieraden, trouwringen en documenten, brieven en foto’s: In de Concentratiekampen namen de Nazi’s de mensen hun persoonlijke bezittingen af.
Het Arolse Archief bewaart nog bijna 3.000 persoonlijke bezittingen van voormalige KZ-gevangenen tot hun teruggave aan de families.
Door de in 2016 gestarte Campagne #StolenMemory konden al enige honderden families gevonden worden, vaak met hulp van vrijwilligers, die in verschillende landen onderzoek doen.


De persoonlijke bezittingen zijn van Nazi-achtervolgden uit meer dan 30 landen, overwegend uit Polen, Duitsland en de voormalige Sovjet Unie. Dat betreft verscheidene categorieën gevangenen: „politieke“ gevangenen, Joden, (een weinig) Sinti, zogenaamde „Berufsverbrecher“ en „Asocialen“. Het ging echter vooral om dwangarbeidsters en dwangarbeiders uit Oost Europa.

De meeste persoonlijke bezittingen zijn afkomstig uit KZ Neuengamme bij Hamburg, een kleiner aantal ook uit het KZ Dachau. Daarnaast zijn er bezittingen van gevangenen van de Gestapo Hamburg, uit het KZ Natzweiler en Bergen-Belsen alsook ondermeer uit de doorgangskampen Amersfoort en Compiègne. Meer over de verhalen van die zogenoemde ‘Dingen’ en hoe die in het Arolse Archief terechtkwamen, vindt u op de sub-pagina „Blik op de verzameling“.

Voor de families zijn de behouden gebleven bezittingen van onschatbare waarde. Ze maken de herinneringen en het aandenken tastbaar, want vaak zijn ze het laatste spoor van de Nazi slachtoffers. Hoe en waar ze stierven is slechts zelden bekend. Maar ook voor familieleden van de overlevenden zijn de bezittingen belangrijk, en helemaal wanneer de mensen niet over hun concentratiekamp ervaring konden of wilden praten.

Wanneer zulke bezittingen na tientallen jaren als uit het niets opduiken, is dat voor de betrokkenen een bijzonder moment. De objecten lijken puzzelstukjes, waarmee zelfs misschien gaten in een geschiedenis opgevuld kunnen worden. Foto’s en documenten getuigen van het onbezorgde leven voor de vervolging. Sieraden als horloges zijn de generaties van de kinderen soms zelfs nog van vroeger bekend en vertrouwd.

De enige foto uit de kindertijd
Johanna BeerensIn 1944 deporteerden de Nationaalsocialisten Johannes Berens. De 20 jaar oude politieman had in het bezette Holland geweigerd aan het zoeken en deporteren van joden mee te werken. In het jaar daarop stierf hij kort na de bevrijding door de catastrofale omstandigheden in het KZ-Buitenkamp Sandbostel. Toen zijn zuster Johanna Berens de portefeuille van haar broer kreeg, reisde ze meer dan 70 jaren na zijn dood naar Bad Arolsen. Bijzonder blij was ze met de enig overgebleven kinderfoto van Johannes. Het huis van de familie was in de oorlog vernietigd en daarmee ook alle herinneringszaken. „Hij was mijn broer, zo’n lieve jongen“.

Hulp uit vele landen
Direct bij de start van de Campagne #StolenMemory eind 2016, kwam er een golf van bereidvaardigheid om te helpen met zoeken naar betrokkenen van de Nazi slachtoffers op gang. Via Social Media en online zetten van archiefbestanden (adresboeken in stadsarchieven, etc) ontstaan er tegenwoordig meer mogelijkheden om actief te zoeken dan vroeger. Vrijwilligers uit vele landen, waaronder Polen, Nederland, Nieuw Zeeland, Frankrijk en Spanje ondersteunen de Arolse Archieven – deels met behulpzame tips tot aan het zoeken naar plaatsen. Journalisten berichten bovendien over de Campagne en maken namen en foto’s openbaar. Dat leidt ertoe dat families zich aanmelden. Ook nationale Rode Kruis organisaties helpen mee.

FaLang Language Switcher